DE LANDSCHAPPEN DIE IN HET GEOPARK TE ONTDEKKEN ZIJN, WEERSPIEGELEN DE AARD VAN DE ONDERGROND.
Zandsteen heeft een grotere weerstand dan kalksteen, dat zelf dan weer een grotere weerstand heeft dan kleischalies. Kleischalies zijn gelaagd en broos van aard en worden dus makkelijk afgesleten door de werking van vorst (gelifractie). Er doen zich dus vooral schaliedepressies voor, zoals de depressie van de Famenne perfect illustreert. Zandsteen en conglomeraten daarentegen zijn zeer bestand tegen erosie en vormen de Ardense hoogtes. Kalkstenen bekleden een tussenpositie. Ze zijn ingesloten in kleischalies waarvan de differentiële erosie de kalkzoom optimaal vrijmaakte : het gaat om de Calestienne, de leidraad van het Geopark.
Het woord CALESTIENNE komt van het Duitse woord « Kalkstein », of van een voorvoegsel dat verwijst naar de kalksteen of naar de warmte, want kalkplanten houden van warmte, in verbinding met het Waalse woord « Tienne », dat helling betekent.
FIG 1 Reliëfkaart (« Gegevensbronnen : WOD ») met aanduiding van de Calestienne.
FIG 2 Noord-zuiddoorsnede aan de Thier des Falizes, tussen de Famenne en de Ardennen.
FIG 3 Schema van de weerstand van de gesteenten.
FIG 4 De Roche aux Corneilles is een verrassende kalksteen ontsluiting op de rechteroever van de Ourthe.
FIG 5 De Roche-à-Frêne is een aanvankelijk blinde klip op de rechteroever van de Aisne. De rots is een conglomeraat van kwarts- en zandsteenblokken. Hij wordt lokaal « Puddingsteen van Wéris » genoemd en is een minder bekende maar even zichtbare strook als de Calestienne. Dit bijzonder hard gesteente is het basismateriaal voor de megalieten van Wéris.
FIG 6 Het uitkijkpunt van Martouzin (Beauraing), op de top van de Calestienne, biedt een onbelemmerd uitzicht op de depressie van de Famenne.