Het dorpje Vonêche - ooit wereldberoemd dankzij de kristalfabriek -kan prat gaan op een aantal prachtige huizen in vakwerkbouw. Deze huizen dateren uit de tweede helft van de 18de eeuw, toen Vonêche één van de meest belangrijke industriële centra van Europa werd. U zult bekoord worden door het eclectisch landschap; door dichte bossen, zachte graslanden en langs kabbelende beekjes, ontdekt u dit mooie ouderwetse dorpje in Beauraing.
Een veelzeggende naam...
De naam alleen al levert ons waardevolle inlichtingen over dit kleine Famennedorpje aan de rand van de Ardennen. De Germaanse stam “Won” betekent woning terwijl “Nes” nat, vochtig betekent. En het oude dorpsdeel werd dan ook daadwerkelijk op een drassige bodem gebouwd!
Een vroegere dorpspriester heeft echter een andere kijk op de zaak; volgens hem zou “Vonêche” stammen uit “vaux” dat vallei betekent en “wesche”, vuil modderig...
Hoe dan ook, het dorp is omringd door prachtige en afwisselende Famennelandschappen met diepe bossen, groene velden en kristalheldere (gesnopen?)beekjes.
Het dorp dat bijna verdween!
Het scheelde maar een haar, of er bleef niks over van Vonêche! Tijdens de eerste helft van de 17de eeuw, wordt het dorp verwoest door oorlogen om daarna door een pestepidemie geteisterd te worden. Vijfentwintig jaar lang lijkt net het wel alsof Vonêche voorgoed van de aardbol is verdwenen...
Klaar als kristal....
De bakermat van het Europese kristalwerk
In de dorpskern, kunt u enkele prachtige vakwerkhuizen bewonderen die dateren uit de tijd toen Vonêhce de bakermat van het Europese kristalwerk werd.
Zoals u kunt zien, biedt het dorp een vrij uniek geheel van huizen met vakwerk uit de tweede helft van de 18de eeuw. In die tijd was Vonêche één van de grootste industriële centra van Europa, dankzij de kristalfabriek.
Vonêche heeft haar bekendheid grotendeels te danken aan M. d'Artigues (1773-1848), een Franse industrieel en amateur-uitvinder
In 1802 besluit hij de oude glasfabriek, die sinds het eind van de 17de eeuw in Vonêche werkzaam is over te nemen en er nieuw leven in te blazen.
De baron trekt voordeel uit een gunstige politieke context en de grootschalige productie van het kristal doet de prijs flink dalen.
Wat eens het exclusieve privilege van de adellijke families was, komt nu binnen het bereik van de bourgeoisie. Vooraanstaande families storten zich en masse op de delicate glazen en andere verfijnde realisaties van de kristalfabriek.
De fabriek draait op volle toeren, in 1810 telt de fabriek meer dan 650 arbeiders.
Maar, 5 jaren later, lijdt Napoleon zijn grootste nederlaag ooit, in Waterloo, en de kristalfabriek verliest zijn niet alleen zijn Franse clientèle maar ook de steun van Napoleon.
De fabriek krijgt in die tijd voor het eerst te kampen met financiële moeilijkheden. Na verloop van een tiental jaren, besluiten de heren Kemlin en Lelièvre, de toenmalige directeurs van de kristalfabriek, om hun ontslag te nemen en - samen met een honderdtal afvallige arbeiders - uit te wijken naar Seraing om er in 1826 de 'Cristallerie du Val Saint-Lambert' op te richten. Door de toenemende concurrentie met Val-Saint-Lambert gaat de kristalfabriek van Vonêche ten onder; in 1830 verklaart het bedrijf failliet. De gebouwen worden daarna bezet door een distilleerdij, dat in 1844 op zijn beurt de deuren sluit.